Vandaag gingen we voor een interview op bezoek bij Gert Van Driessche, BCC-kippenboer uit Wortegem-Petegem.
VDA : Goeiemorgen Gert, wat een prachtig bedrijf in een groene omgeving. Jij bent 7 jaar geleden gestart met het houden van braadkippen. Nog steeds blij met je keuze?
Gert : Ja hoor. Ik ben inderdaad op dat vlak een laatbloeier. Ik was in de kippenwereld bekend als ‘de schoolmeester die met kippen begonnen is’. Ik heb bijna 30 jaar Bedrijfseconomie gegeven in het middelbaar onderwijs, maar het boerenhart dat ik van mijn grootouders erfde, deed me deze beslissing nemen op 50-jarige leeftijd. Met veel dank aan Sven De Donder, die me tijdens de vele gesprekken overtuigd heeft, maar ook vooral voor de hulp en het advies die hij me van in het begin gaf.
VDA : Je bent nu ook van bij het begin meegegaan in het BCC-project (BCC= Better Chicken Commitment). Waarom deze omschakeling?
Gert : Op een dag werd ik uitgenodigd door Vanden Avenne voor een infovergadering rond BCC. Daar kregen we uitleg door o.a. Bart Serry van broeierij Vervaeke/Belgabroed die een paar rondes proef had gedraaid met deze kippen, door Stijn Vanackere van Plukon en Jan Van Ginderachter van VDA. Het verhaal sprak me wel aan en ik ben dan overgeschakeld van traditionele naar BCC-kippen.
VDA : Welke investeringen waren nodig om hiermee van start te gaan ?
Gert : De grootste investering is het installeren van dakvensters. Men moet 3% van de vloeroppervlakte aan dakvensters voorzien, zodat de kippen meer daglicht krijgen. Ik vind dit persoonlijk een totaal onrealistische maatregel en dus ook een onnodige uitgave. Een kip is een prooidier en voelt zich helemaal niet comfortabel in het felle daglicht.
VDA : Zijn er nog maatregelen voor het dierenwelzijn ?
Gert : Ja, er moeten ook speeltjes aanwezig zijn, daarvoor hang ik plastieken kettingen aan de buizen van de voederbakken. Daarnaast moeten er ook kleine strobalen aanwezig zijn, 1 baal per duizend kippen, en zitstokken, 1 m per 500 kippen. Mochten mijn grootouders kunnen terugkeren en zien dat we speelgoed moeten voorzien, ze lachen zich krom. Voor mij tonen deze maatregelen voor dierenwelzijn aan, dat de mensen die dergelijke zaken beslissen, geen vakmensen zijn. Onder andere om deze redenen, en ook om alle andere overdreven regels, beperkingen en buitensporige boetes waarmee de landbouwers tegenwoordig te maken hebben, stel ik me kandidaat voor de nieuwe politieke partij Voor U in Oost-Vlaanderen. Het landbouwbeleid in Vlaanderen moet fundamenteel veranderen.
VDA : Merk je een verschil aan de kippen zelf ?
Gert : Het is vooreerst een ander ras, en dat merk je wel. Ze zijn veel actiever. Er zijn verschillende soorten rassen. In het begin was het wat zoeken welk ras de betere voederconversie heeft. Ik denk dat men nu volledig zal werken met Redbro.
VDA : Heb jij geen problemen met de buren ?
Gert : Niet meer. Met de traditionele kippen konden we wel eens klachten krijgen tijdens de laatste 2 weken van de ronde. Nu zitten er heel wat minder kippen en als gevolg daarvan is de geurhinder quasi nihil, ook al worden de kippen een week langer gehouden. We moeten onder de 30 kg/m² blijven. Het is nog steeds een zoektocht om daar zo dicht mogelijk onder te blijven. De gewichten variëren nogal, en dit komt volgens mij omdat iedereen blijft werken en zoeken om binnen deze sector tot de beste kip te komen.
VDA : Klopt het dat het antibioticagebruik tot 0 gereduceerd is ?
Gert : Inderdaad. En daar ben ik echt tevreden mee. Sedert ik omgeschakeld ben, heb ik niks van antibiotica aan mijn kippen moeten geven. Daarbij worden we daarvoor ook financieel beloond.
VDA : Jullie hebben hier ook een camping ter beschikking ?
Gert : Ja, dat klopt, camping Hoeve De Keer. Het is echter een pop-up-camping. We doen dit in samenwerking met ‘Reis naar de boer’. We mogen deze camping maximum een drietal maanden per jaar open houden. Ik moet wel zeggen dat het vooral mijn vrouw is die zich daar mee bezig houdt.
VDA : Gert, dank je wel voor de interessante info.
Gert : Graag gedaan.
Fotografie: Els Balcaen Fotografie