Is het nog mogelijk om voldoende en kwalitatief ruwvoeder te halen van eigen land ?
Nieuwsbrief opgesteld door Wim Maes, rundvee specialist bij Vanden Avenne-Ooigem
Alleen ruwvoeders van uitstekende kwaliteit maken hoge melkproducties - bij een hoog aandeel ruwvoeder in het rantsoen - mogelijk.
Rantsoenen bij vleesvee met een aanzienlijk aandeel ruwvoeder zijn enkel mogelijk als er ruwvoeders van topkwaliteit beschikbaar zijn.
Maar lukt dat nog : veel en goed ruwvoeder halen van eigen land ?
De voorbije jaren werden we geconfronteerd met uitzonderlijk droge en warme weersomstandigheden waarbij veel teelten verre van optimaal van het land kwamen.
Gevolg: minder ruwvoeder en ook nog dikwijls minder kwalitatief ruwvoeder (bv. minder zetmeel in de maiskuilen).
Wat kunnen we daaraan doen ?
De droogte en hitte van de laatste jaren hebben al voor veel stress gezorgd; zowel bij onszelf als bij onze dieren en planten.
Zijn deze weersfenomenen toeval of wordt dit het nieuwe normaal ?
We kunnen er maar beter rekening mee houden: de klimatologische omstandigheden wijzigen; een getuigenis vertelde me onlangs dat in Zuid-Afrika net het omgekeerde gaande is: die enkele buien die we hier in de zomer juist tekort komen krijgen ze nu langs de andere kant van de wereld wel waardoor landbouw daar weer mogelijk wordt; een zegen voor hen maar een kwelling voor ons.
Wat doen we daar nu mee ?
- 2020 is het eerste jaar dat we ervaring hebben opgedaan met de bredeweersverzekering en dit met alle aanbieders van deze verzekering: informeer bij uw vertegenwoordiger naar de ervaringen hiermee. Hiermee kan de financiële impact van misoogsten voor een deel gecompenseerd worden maar daarmee hebt u natuurlijk nog geen voeder in de kuil.
- Bepaal nu uw voorraad aan ruwvoeders: bij tekorten grijpt u beter nu al in door (ruw)voeders bij te kopen (maar niet tegen elke prijs) of door nu al een deel ruwvoedervervangers van VDA in te schakelen. Voor de maïskuilen met een groot aandeel minder goede maïs: houdt er rekening mee dat de densiteit van die kuilen dikwijls lager is dan gewoonlijk waardoor uw kuil sneller “opschuift” dan gepland; ondanks een zorgvuldige ruwvoederplanning kunt u toch nog met een ruwvoedertekort geconfronteerd worden. Herbekijk uw ruwvoedersituatie regelmatig opnieuw om tijdig te kunnen anticiperen op voedertekorten zodat u bruuske wijzigingen aan uw rantsoen kunt voorkomen.
- Misschien is uw najaarsgras meer dan voeder voor het jongvee. Najaarsgras kan dit jaar zeker waarde hebben ! De graskuilen eerste snede van dit jaar zijn algemeen vrij goed met hoge suikergehaltes en lagere eiwit-waarden en vooral lage OEB-waarden. Een aandeel goed najaarsgras in uw rantsoen kan hiervoor een ideale aanvulling zijn.
- En de planning van het aankomende seizoen; moeten we nu massaal omschakelen naar nieuwe teelten ?
- Het weer van het zuiden schuift naar het noorden. Ook nieuwe teelten uit het zuiden zoals Sorghum doen hun intrede. Teelten met een zeker potentieel als vervanger van hakselmaïs (omdat ze met een derde minder water verder kunnen) (en bij hitte stoppen met groeien maar niet verbranden) maar verder onderzoek en veredelingswerk is nodig om als stabiel gewas te kunnen fungeren in onze regio’s. Voor de mensen met een pioniersgeest: informeer bij uw vertegenwoordiger naar de eigen ervaringen en kuilanalyses van deze teelt.
- Gras-klaver i.p.v. zuiver Italiaans Raaigras: de praktijk laat zien dat deze teelt beter tegen de droogte kan. Voor de grasklaverpremie is het afwachten wat de overheid nog gaat aanbieden; momenteel zijn nieuwe verbintenissen (VLI) niet mogelijk; tegen eind november is er misschien meer duidelijkheid.
- “Snelle lente rogge” of “energierogge” of “snijrogge”. "What's in a name ?" : de oplossing voor een ruwvoedertekort ? Deze rogge kan nu nog gezaaid worden en kan meestal 14 dagen vroeger van het land in vergelijking met graskuil waardoor er een waterbesparing is van +/- 30 l/week wat voor de volgteelt maïs het verschil kan maken tussen verdrogen in de zomer of juist overleven. Hou er wel rekening mee dat rogge gevoeliger is voor nattere bodems. Eigenlijk komt het erop neer, of het nu gras of rogge is, dat u in het voorjaar zo vroeg mogelijk moet kunnen bemesten zodat er in april kan gemaaid worden. Analyses van roggekuilen laten ook grote variaties zien die dikwijls te herleiden zijn tot te hoge concentraties zand. En gaat het echt tegen, dan is het niet volledig verloren; u hebt dan nog altijd een goede groenbemester om onder te ploegen.
5. De conditie van uw grond komt op de eerste plaats !
- Nieuwe teelten, oude teelten, nieuwe rassen, aangepaste teelttechnieken: allemaal belangrijk maar deze vallen of staan bij de conditie van uw grond.
- De toestand van uw bodem is van primordiaal belang. Een bodemanalyse brengt veel bruikbare informatie : gebruik die informatie. Tegenwoordig zijn we verplicht om vele grondanalyses te doen voor VLM, ALV, Veiling, … Neem ze allemaal eens terug uit de schuif en bekijk of bepaalde percelen sterk afwijken (bv. pH !) of dat er een algemene trend is (bv. zwavel tekort, koolstof tekort).
- Breng in de eerste plaats de pH van uw bodem in orde. Voedingselementen worden maar opgenomen bij een juiste pH-waarde ; bij afwijkende pH-waarden worden voedingselementen niet of slecht opgenomen (bv. stikstof wordt slecht opgenomen bij een te lage PH). Uw pH in orde brengen is het eerste en belangrijkste werk. Bij een te hoge pH : gebruik verzurende meststoffen; bij een te lage pH is de remedie: bekalken ! Een correcte pH-waarde zorgt voor een beter N-opname, dit bespaart op u stikstofbemesting en zorgt dan ook nog voor minder kans op N-uitspoeling (win-win economie-ecologie). Als uw pH te laag is, bekijk dan ook of uw magnesiumvoorraad in de grond op peil is. Bij te weinig magnesium gebruikt u best kalkmeststoffen met Mg, bij een te hoge Mg-voorraad gebruikt u best kalkmestoffen zonder Mg; anders komt de overmaat Mg op de plaats waar calcium moet zitten met als gevolg een minder goed klei-humuscomplex waardoor uw grond zelfs minder structuurhoudend, slempgevoeliger, minder waterdoorlaatbaar wordt …
- Werk ook aan een hoger koolstofgehalte in de grond. Uit veel bodemanalyses blijkt dat dit vaak te laag zit. Dus zaai een groenbemester niet alleen omdat het moet, maar ook omdat dit voor een betere “sponswerking” zorgt van uw bodem. Op die manier zorgt u misschien voor die enkele dagen extra vocht in de grond die u anders juist tekort kwam. En u doet op die manier ook aan extra CO2 opslag; goed voor het klimaat en het imago van onze sector !
- Behandel uw grond met liefde: als de omstandigheden goed zijn, ga ervoor en wacht niet langer. Als de omstandigheden ongunstig zijn, heb geduld en blijf eraf.
6. Als, ondanks al uw goede intenties, de ruwvoederopbrengsten toch ontoereikend zijn; geen nood ! VDA beschikt over een volledig gamma aan complete en aanvullende voeders die helpen om ruwvoedertekorten op rundveebedrijven aan te pakken.