LijnVDA-rechts

Biestkwaliteit

Nieuwsbrief opgesteld door Jolien Kelchtermans, rundvee-specialist bij Vanden Avenne

 

De ideale kwaliteit van biestmelk voor het kalf.

 

Biestmelk is de eerste melk van de koe na het kalven en is een belangrijke factor bij de gezondheid van de kalveren. De kwaliteit van de biestmelk geeft aan hoeveel antistoffen/immunoglobulines een kalf binnenkrijgt.

 

Een kalf wordt geboren zonder immunoglobulines, zoals IgG, en moeten deze dus binnenkrijgen via de biestmelk. Deze immunoglobulines zorgen voor immuniteit en bescherming tegen bepaalde ziektekiemen.

 

De kwaliteit van de biestmelk kan bepaald worden via een refractrometer. Deze meet de brix-waarde van de biestmelk, waarmee u kan bepalen hoeveel gram IgG aanwezig is. Biestmelk van goede kwaliteit bevat minstens 50 gram IgG en men streeft ernaar dat het kalf de eerste melktoediening 200 gram IgG opneemt. Dit komt overeen met een brix-waarde van minstens 23% en 4 liter biestmelk.

 

Als de Brix-waarde tussen de 17 en 21% zit en u hebt geen andere ter beschikking, dan kunt u de biestmelk opwaarderen tot de gewenste brix-waarde. Dit kan gedaan worden via een biestverrijker.

 

 

Het droogstandsrantsoen en de -lengte spelen mee een rol in de biestkwaliteit. Het is van belang om voldoende mineralen en vitaminen te voeren aan de droogstaande koeien. Ook moet er voldoende eiwit aanwezig zijn in het totale rantsoen. Het gehalte aan metaboliseerbaar eiwit zou minstens 1200 g tot 1400 g moeten zijn. Dit heeft een positief effect op de kwaliteit en de hoeveelheid van de biestmelk.

 

LET OP: ruw eiwit is eigenlijk niet de juiste parameter om naar te kijken!

 

Het kiemgetal heeft ook een invloed op de biestkwaliteit en hierdoor is hygiënisch melken van groot belang. Een verhoogd kiemgetal vermindert de werking van de IgG’s en het kalf krijgt een groot aantal bacteriën binnen, hierdoor stijgt de infectiedruk en is de kans groter op diarree.

 

Het is dus van belang om direct/zo snel mogelijk, na het melken van de koe, de biestmelk te geven aan het kalf.

 

Het is ook mogelijk om de biestmelk te pasteuriseren bij een temperatuur van 60°C en dit een uur tot anderhalf uur lang.

 

Voor een optimale start van de kalveropfok is het dus van belang dat het kalf voldoende biestmelk binnenkrijgt van een ideale kwaliteit.